Gezondheid

Wij vinden het cruciaal om alert te zijn voor eventuel afwijkend gedrag van de schapen. Daarom observeren we onze dieren dagelijks heel bewust gedurende een paar ogenblikken, dit is al voldoende om mogelijke problemen in een vroeg stadium te ontdekken.
Gemakkelijk te herkennen signalen zijn: dieren die zich anders gedragen, lusteloos zijn of zich van de groep isoleren, zich te hardnekkig blijven schuren, een platte mest hebben, een dorre vacht of abnormale verkleuring ervan, minder vreten of ondanks een flinke eetlust toch minder snel groeien …
Dieren met dergelijke symptomen vragen nadere aandacht en zorg en wanneer we er zelf niet uitraken halen we er best de dierenarts bij.

Gezondheidskenmerken
  • • Temperatuur: 38,5 tot 40 C (thermometer in anus)
  • • Hartslag: 70 tot 90 keer per min. (voelen binnenkant achterbil)
  • • Ademhaling: rustig en gelijkmatig (20 tot 30 keer per min)
  • • Herkauwen: 4 tot 6 maal per 24 uur (10 tot 50 minuten).
  • • Mest: vaste consistentie, zonder bloed.
  • • Neusspiegel: moet koel zijn, neusgaten schoon
  • • Neusvocht: niet overvloedig, ook geen etter

Voortplanting

Tijdens het bronstseizoen vertonen schapen op dag nul van de 17-daagse cyclus, bronstgedrag, op dag twee tot drie komen de eicellen vrij in de eileiders (ovuleren) alwaar ze bevrucht worden, indien er zaadcellen aanwezig zijn.
Deze vruchtbare dag wordt door de ram herkend en afgewacht alvorens tot de dekking over te gaan. Wijzelf kunnen deze vruchtbare dag waarnemen doordat de ooien zich wat onrustig gedragen, met de staart kwispelen, en een enigszins gezwollen vulva hebben die slijm uitscheidt. De ooien blijven dan vaak ook in de buurt van de ram. 
Een ooi die bij een dekking niet bevrucht is wordt telkens 17 dagen later terug bronstig.

De draagtijd van de Barbados Black Belly is net als bij andere schapen 21 weken (5 maanden-5 dagen) of gemiddeld 147 dagen.
Barbados Black Belly schapen kunnen zonder problemen buiten in het koppel aflammeren.   Bij ongure weersomstandigheden zetten we de dieren tot een paar dagen na de geboorte binnen in een apart hok.

De lammeren een 12-14tal weken laten zuigen is een voldoende. Het langer laten zuigen kan schadelijk zijn voor de moeder. Door de scherpe tandjes van de lammeren die dan al goed uit de kluiten gewassen zijn en dus flink kunnen toehappen, kan de uier beschadigd worden, waardoor infecties ervan kunnen optreden die dan weer problemen kunnen opleveren bij de lactatie van het volgende seizoen. Overigens is de melkproductie in de derde maand van de lactatie al behoorlijk afgenomen.
Bij het zogenaamde spenen worden de lammeren van de moeder gescheiden zodat ze idealiter elkaar niet kunnen zien noch horen. Tevens, om de melkproductie stil te leggen wordt de moeder minimaal 3 dagen drooggezet. Men kan ze hiervoor op een kale weide brengen, of - nog drastischer - opstallen met alleen wat stro en zeer beperkt water.